Na het inloggen gaat u naar de pagina:

Scroll naar het onderste blok.

Bij API documentatie vindt u vooral informatie over de API processen zelf. Deze spreekt voor zich en geeft duidelijk aan welke informatie u gaat ontvangen of welk proces u gaat opstarten als u deze API inricht. Tevens geeft dit voor uw IT afdeling/dienstverlener de nodige gedocumenteerde input voor het inrichten van de Webservices binnen uw organisatie.
API tokens beheren:
Klik op de button ‘API tokens beheren’

Klik op ‘Consumer toevoegen’

Geef een – door u te bepalen - Applicatie naam in en voer de URL in van uw eigen API.
Na ‘Opslaan’ te hebben ingedrukt kunt u vanuit ‘Mijn Bel-me-niet’ en naar onderen scrollen, via ‘API Token beheren’ en kiezend voor de ingevoerde / te kiezen applicatie naam, op de knop ‘bewerken’ drukken.

Druk op ‘bewerken’

Hier vindt u ten behoeve van het tot stand brengen van de API/Webservices, de benodigde sleutels.
Authenticeren
Om te authenticeren met de API moet de Authorization header van oAuth 1.0 gebruikt worden. In deze header zet je vervolgens de Consumer Key en de Signature. De signature wordt gemaakt d.m.v. de Key en de Secret en wordt gecodeerd met HMAC-SHA1.
U kunt Postman gebruiken om de authenticatie te controleren zoals aangegeven in de volgende screenshots. Waarbij de Key en de Secret ingevuld moeten worden.

en

Dit resulteert in een header zoals bijvoorbeeld
Accept: application/json
Authorization: OAuth oauth_consumer_key="SLEUTEL",oauth_signature_method="HMAC-SHA1",oauth_timestamp="1589445314",oauth_nonce="ZGKWpvpQBm1",oauth_version="1.0",oauth_signature="SIGNATURE"
Als je meer wilt weten over Oauth 1.0 kan je dat hier vinden:
https://docs.akana.com/cm/api_oauth/aaref/Ref_OAuth_AuthorizationHeader_10a.htm